Een dijkversterking maak je voor lange tijd, dat vraagt verantwoordelijkheid

12-08-2019 4646 keer bekeken

Landschapsarchitect Frank Stroeken heeft in deze fase van de dijkversterking een belangrijke rol. Hij helpt ons om tot goede oplossingen te komen. Die maken de dijk niet alleen veiliger, maar ook aantrekkelijk om te gebruiken en te bekijken.

Kun je iets over jezelf vertellen?
Ik ben landschapsarchitect bij adviesbureau Wing. We geven advies en ontwerpen het landschap dat moet veranderen zoals bijvoorbeeld bij een dijkversterking. Het landschap rond de Waal is voor mij niet nieuw.  In het verleden werkte  ik mee aan de ‘Handreiking Ruimtelijke Kwaliteit voor de Waal’ en ontwikkelde ik een visie op de ‘Gastvrije Waaldijk’ (2017).   

Wat doet een landschapsarchitect?
Als een gebied moet veranderen, dan zoekt een landschapsarchitect naar de balans tussen de gebruiks-, toekomst- en belevingswaarden. We proberen ons voor te stellen, hoe het er straks uit zal zien. Vandaaruit redeneer ik terug naar het ontwerp en praten we met experts over techniek, natuur, financieren, verkeer, et cetera. In dit geval gaat het dus om een dijk, maar het kan ook om verandering van een park, weg of woonwijk gaan.

Hoe pak je het aan bij dijkversterking Neder-Betuwe?
Voor de versterking van de Waalbandijk moeten we eerst de waarden van het huidige landschap weten. Daarom spreken we met experts op het gebied van ecologie, cultuurhistorie, met dijkbeheerders en geotechnici; zij hebben kennis  van stevige en beheerbare dijken. En we praten met mensen die weten wat er in het gebied leeft.
Met alle informatie bedenken we oplossingen, zodat de bewoners een dijk terug krijgen die veilig is én aantrekkelijk om te gebruiken en te bekijken.

Wat vind je belangrijk?
Ik hoop dat er een dijklandschap groeit,  dat mensen nog trotser maakt op hun woon- en leefomgeving. De Waaldijk biedt daar overigens alle aanleiding voor. En ik probeer verder te kijken dan de oplevering van de dijk na de werkzaamheden. Een dijkversterking maak je voor 50 of 100 jaar,  terwijl de kern van de dijk er soms al 800 jaar ligt. Dit vraagt om verantwoordelijkheid.

Wat vind je van gebied langs de dijk in de Neder-Betuwe?
Het landschap is prachtig. En de Waal springt er natuurlijk uit! In ons Nederlandse landschap waarin bijna alles gemaakt, gestuurd en ingericht wordt, is de kracht en de onberekenbaarheid van de Waal een kwaliteit. En ja, ook een gevaar. Maar zelfs die kant heeft schoonheid. Door de kracht van de Waal zal de rivier nu en dan de baas zijn. Dat zorgt voor grenzen aan de maakbaarheid van dit landschap.

Welke plekken springen eruit?
Dat zijn de stukken uiterwaard waar je die kracht van de rivier terug ziet: in strandjes, verplaatste bomen tegen schaardijken, reliëf in de uiterwaard en in planten en dieren die zich thuis voelen aan die dynamische rivier. Maar de mooiste plekken zijn binnendijks, waar de historie en de activiteit van mensen zichtbaar zijn . En buitendijks waar de natuur rijk is en divers. Zoals in Dodewaard en Hien. Zo’n contrast, dat ik ook ken van de Loire, maakt van de Waaldijk een attractie.  

Hoe ziet een mooie dijk er uit?
Aan een mooie dijk kan je aflezen dat de dijk oud is en er met zorg is voortgebouwd op wat er was. Bijvoorbeeld door oude kronkels in de dijk te koesteren en ervoor te zorgen dat aanleidingen voor die kronkels (zoals wielen of behouden dorpskernen) beleefbaar blijven. Een mooie dijk wordt aan de binnenzijde gebruikt door mensen die erachter werken of wonen. Daarom proberen we dat er geen lege stabiliteitsbermen achter de dijk ontstaan. Maar dat mensen daar hun dingen kunnen doen, met tuinen, weiden of velden.
Een mooie dijk in Neder-Betuwe is ook een dijk waarop het plezierig is om te verblijven, te voet,  op de fiets of in de auto. Dit betekent trouwens, dat je de dijk niet moet zien als een gewone verkeersweg in de gemeente. Nee, de dijkweg is anders. Daar mogen mensen kijken en genieten van de rand van de Betuwe en krijgen ze ontzag voor de natuur, de rivier en het Betuwelandschap. Hier past voor mij bij dat er langzaam wordt gereden. Liever 30 dan 60 km/uur.  En dat mensen ook af en toe veilig kunnen stilstaan.

 

Cookie-instellingen